Was kunst maar sport

Stel je voor: je zit in een sporthal en kijkt naar een turnoefening van Epke Zonderland. De trainer tilt Epke op en hangt hem aan de rekstok. Epke schommelt wat heen en weer, doet een pull-up, trekt een gek gezicht, laat zich uitzakken, ploft op de mat en sluit af met een guitige koprol. Einde oefening. Het publiek barst uit in gejuich, terwijl jij je afvraagt waar je in godsnaam naar hebt zitten kijken. In totale verwarring ren je de hal uit. 
Zoiets overkomt mij regelmatig wanneer ik een museum of galerie voor Hedendaagse Onbegrijpelijke Kunst (HOK) bezoek.
Epke Zonderland zal zich niet lenen voor een circusact en het publiek zou daar ook nooit voor applaudisseren, want zowel Epke als het publiek weten dat je aan de rekstok wordt afgerekend op: amplitudes, tempo, zweefelementen, moeilijkheidsgraden, afsprongen en nahupjes.
Ik vraag me af of er voor de Hedendaagse Onbegrijpelijke Kunst ook criteria gelden of is het zo dat iemand een opkomend talent influistert: doe maar iets en dat het opkomend talent dan iets doet waar een galerist vervolgens brood in ziet en jij kort daarna in de krant leest hoe knap de kunstenaar de gelaagde en gecompliceerde boodschap op zulk een eenvoudige wijze verbeeldt dat het lijkt alsof hij maar iets heeft gedaan. Bravo, de liefhebbers van Hedendaagse Onbegrijpelijke Kunst staan in de rij.
Maar in kunstagenda's en kritieken lees ik dat er in de Hedendaagse Onbegrijpelijke Kunst wel degelijk criteria gelden. Het zijn criteria die kunst dienstbaar maken aan sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Kunst als slippendrager van maakbaarheidsidealisten.
Zo is de Hedendaagse Onbegrijpelijke Kunst voorbehouden aan jonge en altijd veelbelovende talenten waarvan het werk moet voldoen aan de eisen van emancipatie, inclusiviteit, diversiteit en duurzaamheid. Groepswerk verdient de voorkeur boven individuele productie en bovenal: het werk moet grensverleggend zijn! 
Grensverleggend vind ik een zwak criterium. Wanneer grenzen niet streng worden bewaakt vervagen ze en worden ze verlegd. Daar hoef je als kunstenaar niets voor te doen, dat gaat vanzelf. Misschien is het beter de grenzen goed te bewaken, want voor je het weet hangen er in het museum bananen aan de muur en kijk je bij de Olympische Spelen naar Epke Zonderland die aan een rekstok schommelt en met een vogelnestje in de ringen goud behaald.